woensdag 21 januari 2015

Lezing: Libië en wapens

Donderdagavond ga ik uit. Fijn. Een avond over Libië. Gratis drinken op kosten van het ministerie van Buitenlandse Zaken. En dat voor een geheelonthouder. Lekker halal; alleen bruisend bronwater. Wat zal aan de orde komen? En wat zal er niet aan de orde komen, terwijl dat wel zou moeten? Laat ik de te verwachte juichverhalen over het VN-wapenhandelsverdrag maar overslaan. Die beginnen net zo voorspelbaar te worden als mijn kritiek daarop.

V.l.n.r. Dirk Vandewalle, Anna Macdonald en Moncef Kartas.

Meer precies gaat de avond over de link tussen de conventionele wapenhandel en de escalatie van conflicten in de Arabische regio, met een nadruk op Libië als spil van de regionale wapenhandel. De engelstalige titel luidt: 'Guns and Borders: Libya's Arms Bazaar Fueling Conflicts in the Arab World.' Dat zal toch niet betekenen dat landen uit zwart Afrika niet aan de orde komen? Mali, Niger, Nigeria, Somalië en Tsjaad hebben allemaal te maken met de Libische wapenhandel.

De rol van de NAVO-landen komt vrijwel zeker niet of nauwelijks aan de orde. Door de actieve en gewelddadige NAVO-bescherming van de Libische bevolking, of preciezer, van alles wat anti-Gaddafi was, moest de Kolonel na jaren het veld ruimen als autoritair despoot van de oliestaat. (Het was op grond van die ontwikkeling dat een burgerbeweging in Syrië op een zelfde steun rekende. Een hoop die bloedig de bodem in werd geslagen.) Bovendien werden de afspraken binnen de Veiligheidsraad zo breed door de NAVO uitgelegd dat Rusland en China geschoffeerd werden. Dit was weer niet zo positief voor toekomstige onderhandelingen en vreedzame ontwikkelingen in de wereld.

De NAVO-landen stuurden special forces, speciale commando-eenheden, om het verzet en de gevechtsvliegtuigen vanaf de grond te begeleiden. Wat minder goed werd begeleid, was de bewaking van de munitiedepots, zodat de wapens aan alle kanten verdwenen. Met alle nare gevolgen van dien voor een half werelddeel. Zou toch wat netter mogen een volgende keer. De Fransen dropten wapens die al binnen een dag werden doorverkocht en waar verschillende fracties om streden. Opmerkelijk is dat vanuit Qatar anti-tank wapens werden geleverd van het officieel in Nederland gevestigde Airbus Defence and Space. Qatar weigert aan VN-onderzoek hiernaar mee te werken, evenals het bedrijf Airbus zelf. Opmerkelijk is ook dat de VN-onderzoekers rapporteren dat medewerking van de VN-lidstaten bij de onderzoeken naar de Libische wapenstromen zeer gering is. Man en paard worden te weinig genoemd, stelt een vertegenwoordiger van een niet bij name genoemd land tijdens een Veiligheidsraad vergadering in september 2014. Ben benieuwd wat daarover wordt gezegd tijdens de lezing.

Inmiddels komt het beheer van de wapenvoorraden nog steeds langzaam op gang. Het VN-panel dat het wapenembargo en de bevriezing van tegoeden en reisbeperkingen evalueert is niet erg optimistisch in haar rapport uit 2014: Burgers en autonome gewapende groepen beheersen nog steeds het grootste deel van de wapens in het land, en onvoldoende waarborgen van veiligheid en ineffectieve grenscontroles blijven de voornaamste obstakels om wapenproliferatie tegen te gaan. (…) Arsenalen van niet-statelijke partijen zijn de voornaamste bron van wapenuitvoer uit Libië, toch zijn inspanningen tot ontwapening, demoblisering en reïntegratie beperkt.” Er wordt best gepoogd om iets te verbeteren aan het beheer en de inzameling, zoals door bijvoorbeeld de United Nations Support Mission in Libya en naast anderen de German Agency for International Cooperation, maar ga er maar aanstaan.

Er is een burgeroorlog gaande en dat maakt dat inzamelen van wapens er vanzelfsprekend niet gemakkelijker op. In zo'n situatie willen velen een wapen hebben ter bescherming. Alleen al in Benghazi kwamen de afgelopen drie maanden bij gevechten, volgens Reuters, 600 mensen om het leven. Vorige week werd duidelijk dat de Islamitsche Staat (nooit te beroerd om gebruik te maken van een vergiftigde situatie) een vestiging aan het opzetten is in Libië.

In 2014 gingen meer wapens naar Libië dan voorheen. De zuigkracht is groter geworden door de burgeroorlog. Dat wordt ook door het VN-panel gezien. De erkende regering krijgt veilig gestelde wapens uit de depots, alsmede wapens die binnen het sanctieregime worden aangemeld en goedgekeurd. Overigens gaat bij dit laatste heel wat mis. Wederom het VN Panel: De meldingen [van officieel geïmporteerde] wapens inclusief verscheidene voorwerpen, waaronder 42 miljoen stuks 7.62x39 mm munitie en meer dan 65.000 aanvalsgeweren,” maken duidelijk dat een groot deel van de importen worden ondertekend door niet bevoegde medewerkers. Tegenstanders halen de wapens via dit soort kanalen, overvallen op depots en illegale of omgeleide officiële importen. Je wordt niet vrolijk van het rapport van het VN-Panel, dat zoals elk jaar wel een schat aan informatie bevat.

In een persbericht van de Veiligheidsraad van 17 januari lees ik niettemin dat de leden met kracht herhalen dat 'er geen militaire oplossing voor de crisis kan zijn' en de strijdende partijen oproepen om een vreedzaam klimaat voor een dialoog te creëren, die geen partijen uitsluit. Ze zijn dan ook blij met de aankondiging van een wapenstilstand op 15 januari. Deze week begonnen echter alweer gevechten in oliehaven Es Sider tussen de regering en een groepering die onder andere Tripoli in handen heeft.

Hoe groot zal het deel van de bevolking zijn dat terugverlangt naar de situatie van vijf jaar geleden, onder een dictator, die net de steun weer terug had gewonnen van het Westen, vraag ik me af. Zou er zonder NAVO-bommenwerpers niet meer kans zijn geweest op een geleidelijke ontwikkeling naar democratie?

Martin Broek
Op het blog Broekstukken staat een serie artikelen over de Libische wapens.